Erelid Toon Smink met zijn echtgenote in 2007 tijdens het 70-jarig jubileum.
IN MEMORIAM: TOON SMINK
Op 10 juli is overleden onze oud-voorzitter en erelid Toon Smink. Toon begon in 1941 als 16-jarige met voetballen bij Sportclub Westervoort. Pupillen en junioren had je toen immers nog niet. Hij kwam al snel als rechtsback in het eerste elftal, waarin hij tot 1952 speelde. Na de geboorte van zijn zoon Henk stopte hij met voetballen. Hij was de hele week voor zijn werk onderweg en wilde niet ook nog het weekend weg zijn. Hij bleef echter wel altijd als vrijwillig loodgieter bij de club betrokken. In 1965 werd hij bestuurslid en in 1971 zelfs voorzitter. In een interview dat met Toon werd afgenomen tijdens het 50-jarig bestaan in 1987 vertelt Toon dat anderen wel eens zeiden dat hij geen goede voorzitter was omdat hij niet kon praten. Hij reageerde daarop met de woorden dat hij veel liever voor de club werkte. Dat was
Toon ten voeten uit.Tijdens zijn voorzitterschap, dat duurde tot 1974, kwam de verhuizing van de club van de Hamersestraat (“de Ponderosa” ) naar het gloednieuwe complex Naederhuyse tot stand. Toon stond samen met de andere bestuursleden garant voor de lening die voor de nieuwbouw moest worden afgesloten en was samen met andere vrijwilligers geheel verantwoordelijk voor al het te verrichten loodgieterswerk in de nieuwbouw. Een ander memorabel feit was dat Toon Clemens
Westerhof als trainer binnenhaalde. Al tijdens zijn voorzitterschap werd Toon ook lid van de
ballotagecommissie, iets wat hij tot het eind van de jaren tachtig heeft gedaan. Voor al zijn werk
voor de club en zijn aanmoedigingen langs de lijn werd hij tijdens de kermis van 1989
onderscheiden met de titel Supporter van het jaar. Toon bleef nog jarenlang allerlei loodgietersklusjes voor Sportclub verrichten, totdat zijn gezondheid dit niet meer toeliet. Dat hij nog steeds betrokken was bij de club blijkt wel uit een foto uit de laatste Ballenvanger waarin Toon samen met zijn schoondochter het clubblad doorneemt. En wat hij zelf zegt over zijn band met Sportclub komt in het eerder genoemde interview in het volgende tot uitdrukking: “Ik ben bij de club gekomen toen ik nog jong was en ben daar altijd blijven lopen. Er is maar één club en dat is Sportclub en er is geen mens die me daar weg krijgt. Ik ben er niet geboren, maar wel getogen en ik zal er altijd bij betrokken blijven”.